in memoriam

Jan van de Bovenkamp, de meesterverteller

Humor, verweven met de (politieke) actualiteit in een origineel script voor de muziektheaterstukken op de ruïne van Batenburg. Onverwachte scenes met motoren, auto’s of boten en kwinkslagen in de teksten en de taal aangevuld met mooie en indringende liederen. Iedereen die een uitvoering van het Ruïnetheater Batenburg heeft gezien, herkent het en zal meteen het verband leggen met Jan van de Bovenkamp. Jan, altijd op zoek naar de spannende combinatie tussen spelers en publiek, als meesterverteller en ook een beetje ijdel.

Jan was een geboren Batenburger, die in Amsterdam de opleiding theaterschool, Drama en Regie deed en sinds 1998 schrijver en regisseur was van de uitvoeringen van het Ruïnetheater Batenburg. Op 20 december j.l. overleed Jan op 85-jarige leeftijd in zijn eigen huis in Batenburg, naast de Oude Sint Victor kerk, alwaar hij ook 50 jaar koster is geweest. 

Al jong lag Jans hart bij drama en regie. Eerst bij het studententoneel in Nijmegen en later, nadat hij enkele jaren onderwijzer was geweest en daarna gymleraar, ging Jan op zijn 27ste naar de theaterschool in Amsterdam. Na die opleiding was zijn debuut als regisseur bij de toneelgroep Horssen. Naast theater was Jan ook politiek geëngageerd en is hij lange tijd wethouder van het stadje Batenburg geweest. Op zijn 53ste is hij filosofie gaan studeren aan de universiteit van Nijmegen en heeft hij nog acht jaar lesgegeven in levensbeschouwing.

In 1998 heeft Jan, samen met de Rotaryclub Maas en Waal, het initiatief genomen om een theatervoorstelling te verzorgen op de ruïne van Batenburg. Deze voorstelling, Fanfarella, was een groot succes. Het openluchttheater Maas en Waal als voorloper van het Ruïnetheater Batenburg was geboren, het land van Maas en Waal was een theater rijker. 

Vanaf die tijd schreef Jan jaarlijks een theaterstuk, doorregen met muziek en liederen. Ieder najaar benaderde Jan spelers en muzikanten of ze mee wilde spelen in de nieuwe productie. De laatste jaren besteedde hij de muziek uit aan een muzikaal leider. In elke januari-maand werd het seizoen ‘afgetrapt’ met de leesavond waar de spelers voor het eerst hun rol en de daarbij horende teksten kregen. De spelers maakten vervolgens hardop voorlezend kennis met hun eigen rol in het stuk. Na de voorleesrepetitie begonnen de wekelijkse repetities. De regieperiode was begonnen. 

De regisseursrol van Jan beperkte zich niet tot het sec regisseren van wat hij eerder had geschreven. Hij bleef tijdens de repetities vaak herschrijven en bijstellen, totdat hij tevreden was met het resultaat.

Naast regisseren was Jan nauw betrokken bij de muziek en dan met name de teksten van de muziek. Hij had daarover geregeld contact met de componist/arrangeur en muzikaal leider van het combo, eerder Huub Sprang en in het afgelopen jaar met Peter van Kreij. 

Deze betrokkenheid gold ook voor de communicatie-uitingen als de beelden op affiches en billboards. Eerder deed hij dat met Wim de Valk en afgelopen jaren met Yola de Lusenet.

En last but not least de aankleding en het decor. Het moest prikkelen en mensen in hun fantasie brengen. 

Jan bewaakte daarmee de bedoeling van zijn uitgeschreven theaterstuk: beeld, muziek en spel op elkaar afgestemd. Niet persé om de controle maar vooral om een herkenbaar en vermakelijk theaterstuk aan het publiek te kunnen vertonen. Als het publiek lachte om de ingebouwde grappen en kwinkslagen of geraakt was door bepaalde scenes, was Jan content. 

Dat was zijn bijdrage aan het publiek voor een fijne middag of avond in een bijzondere omgeving. Deze belevingen van het publiek waren weer de drijvende kracht voor Jan voor een volgend stuk. Alhoewel Jan na de laatste voorstelling altijd zei: ‘Ik heb wel een idee of bijna een idee, maar ik weet niet of het wat wordt!’

Naast de theaterproductie was het ook een betrokken mens bij iedereen die zijn bijdrage leverde aan het Ruïnetheater. Spontaan, direct, creatief, veelzijdig, humorvol en soms hard overkomend.  ‘Je moet hem kennen’ werd er dan gezegd. Zijn overlijden laat een grote leegte achter.

Namens alle betrokkenen bij het Ruïnetheater Batenburg willen we onze dank uitspreken voor alles wat Jan voor ons heeft betekend. Zijn vakmanschap, humor en grenzeloze energie zullen ons altijd bijblijven.

Onze gedachten gaan uit naar Marijke, de familie en vrienden in deze moeilijke tijd.

Jan, we zullen je missen, maar je geest zal altijd blijven voortleven in het Ruïnetheater Batenburg en in de harten van iedereen die door jou is geraakt. 

Rust zacht.